In 1830 trouwt Berend Jan Mekenkamp uit Deldenerbroek met Gerritdina Scholten Effink uit Enter. In 1835 koopt hij van de erven Hendrik Keyzer een kruidenierswinkel annex kleermakerij op de plek waar nu Dorpsstraat 34 is.
In 1847 komt de broer van Berend Jan ook naar Enter. Hermannus Mekenkamp trouwt dan met Hendrika Drosten, een dochter van de smid Drosten een voorganger van de latere smid Rutenfrans.
Hermannus is ook kleermaker en koopt het pand naast zijn broer Berend Jan (nu Dorpsstraat 36 Geert Hairstyling). In 1853 overlijdt Jan Drosten, de schoonvader van Hermannus Mekenkamp.
In de tapperij van Hermannus worden de goederen van Jan Drosten geveild door Izaak Blijdenstein notaris te Wierden. In de akte van de notaris wordt de naam van de tapperij genoemd. Het is de “Halve Maan”. In de loop van 1853 wordt het plan van verdeling van de marke Enter Koninklijk goedgekeurd. Er komt een commissie die de verdeling moet uitvoeren. Voorzitter wordt Putman Cramer de burgemeester van Wierden. Van Mekenkamp wordt een kamer gehuurd waar de commissievergaderingen plaatsvinden. Bijna 1000 hectare markengrond moet verdeeld worden. Het is heidegrond, broekweiland, moerassen en water. Het is een megaklus. Alle deelgerechtigden moeten geregistreerd worden. Er worden kaarten gemaakt. Alle grond moet geclassificeerd worden en opgemeten door en landmeter.
.
Een aantal bijzondere punten uit het plan van verdeling:
- De in en om het dorp Enter gelegen brandgaten zullen kosteloos aan de gemeente Wierden worden overgedragen.
- Er zal grond worden aangewezen voor twee bleken, ieder een derde bunder groot. Deze zullen eigendom van de marke blijven.
- Er zullen goede losplaatsen worden aangewezen voor de schipperijen alsmede genoegzame ruimte voor het bouwen en repareren van schuiten.
- Grond ter grootte van tien bunders zal onverdeeld blijven en onder behoorlijk opzicht ten meesten nutte der inwoners van Enter geadministreerd worden.
De tapperij van Mekenkamp heeft goede tijden Veel mensen moeten zich melden bij de commissie. In de wachttijden die er ontstaan zitten ze in de Halve Maan. Ook het hulppostkantoor dat in 1853 in Enter geopend werd heeft een vliegende start. Honderden brieven worden verstuurd tijdens de vier jaar durende verdeling. Er doen zich andere problemen voor. Het oude markenboek bijvoorbeeld is in het “oude handschrift” geschreven en bevat veel gegevens over deelgerechtigden. De commissieleden kunnen dit niet lezen. In Deventer wordt een deskundige gevonden die het markenboek gaat vertalen.
Omdat er ook markegronden worden toegewezen aan de overkant van de Regge aan inwoners van het dorp moet er een brug komen want men kon het niet maken dat de deelgerechtigden door de “lange Voorden” moesten waden. Er komt een brug met een “hameigebint” dat is een ophaalbrug. Tijdens de bouw bleek ineens dat de marke en de gemeente goedkeuring van de Provintie en het Rijk nodig had en de bouw werd stilgelegd. Na de nodige aanpassingen en als het duidelijk is dat de schipperij vrije doorgang krijgt mag de brug afgebouwd worden.
De eerste generatie Mekenkamp overlijdt in de jaren zeventig van de 19e eeuw. De nieuwe generatie Hermannus en Johannes Mekenkamp worden in 1884 en 1888 geboren. Omdat kleermakers werken met zgn “poppen” krijgen ze dus in Enter de bijnaam “Pop,n-Mans” en “Pop’n –Jans”. De laatste schippers in Enter drinken in het begin de van de vorige eeuw na thuiskomst op Zaterdagavond nog een borreltje bij “Pop’n-Mans. De vrouw van “Pop’n-Mans” heeft een eind gemaakt aan de tapperij.
Johan Altena