In het kader van 70 jaar bevrijding ïnterviewden Johan Altena en Marinus Jansen een 6-tal Enternaren, die de bevrijding nog hebben meegemaakt. De verhalen zijn eerder gepubliceerd in De Wiezer.
V-1 op ladder met paard weggesleept
Gebr. Nijmeijer
Het gezin Nijmeijer “De Elzen” woonde aan de Stokreefsweg 10 . Van de laatste oorlogsmaanden kunnen Albert (79) en Gerrit (81) zich nog veel herinneren.
Albert: “Zo’n zes tot zeven weken voor het einde van de oorlog kregen we Duitse soldaten ingekwartierd net als overal in de omgeving. Als er formaties Engelse bommenwerpers overkwamen om doelen in Duitsland te bestoken biggelden sommige soldaten de tranen over de wangen als ze dachten wat hun familieleden thuis kon overkomen.”
Maar niet altijd waren ze zo menselijk.
Gerrit: “Een paar terugtrekkende Duitsers wilden een keer een wagen vorderen van een boer die bij ons was. Die boer wilde de wagen niet afstaan en dreigde met een greep. Hierop dreigden ze de boer dood te schieten. Het koste mijn vader heel wat praten om die dreiging af te wenden. Ze wilden van ons een paard en kregen van mijn vader een paard waarvan hij wist dat het erg wild was. Nadat het paard was ingespannen vertrokken ze. Doordat ze niet met paarden konden omgaan werd het paard erg onrustig en even later sloeg het met wagen en al op hol. Op de hoek Stokreefsweg/Bullenaarsweg kon de scherpe bocht niet genomen worden en sloeg de wagen om. De wagen belandde onderste boven in een diepe sloot met de soldaten eronder. Alleen door snelle hulp brachten de soldaten het er levend af.”
Vanaf midden februari 1945 teisterden de V- 1’s die vanuit het Tusveld achter Bornerbroek en uit het Nijreesbos afgeschoten werden ook de omgeving van Enter. Talrijke lanceringen mislukten. Na de lancering werd de vliegende bom na 60 km te hebben afgelegd automatisch op “scherp” gezet. Als ze snel na de lancering neerstortten ontploften ze vaak niet.
Albert: “Achter onze boerderij naar de Regge toe kwam er ook een neer bij de boerderij van de familie Haarman (Barlo) die direct achter de Regge woonden. Haarman die het ding niet vertrouwde haalde mijn vader erbij. Met vereende krachten werd het ding op een ladder gerold en met het paard van mijn vader werd de V-1 een heel eind weggesleept…….. waar hij later onklaar werd gemaakt.”
In de laatste week voor de bevrijding kwam de streek tussen Enter en het Twentekanaal onder artellerievuur van de Canadezen te liggen. Mensen die daar woonden maakten schuilkelders of verlieten de boerderij soms.
Albert en Gerrit: “In de laatste week voor de bevrijding kwamen er veel granaten neer tussen onze boerderij en de Regge. De ingekwartierde Duitsers raden ons aan die kant van de boerderij te verlaten en een schuilkelder in te richten aan de andere kant. Een kuil waar de aardappels in waren bewaard werd dieper gemaakt. De Duitsers ervaren in het maken van loopgraven etc. adviseerden een zigzag vorm. Als er een inslag kwam bij de ingang konden de scherven niet direct ons bereiken. De bovenkant werd versterkt met balken en zand”
Als ze het effect hadden geweten van een directe inslag van het 25 ponds geschut van de Canadezen hadden ze er een stuk minder rustig ingezeten……..
“Op zondagmorgen 8 april kwam de laatste Duitse soldaat langs met een oude fiets met een groot stuk van een geslacht varken achterop. In de dagen na de bevrijding zijn we wel in Enter wezen kijken naar de tanks en de andere voertuigen die daar voorbij kwamen”
Jaren later bij een vakantie aan de Moezel in Duitsland werd Albert nog eens herinnerd aan die laatste weken van de oorlog.
Albert: “Op een camping aan de Moezel was een oudere man werkzaam als hulp. We kwamen een keer in gesprek en toen ik vertelde uit Nederland te komen bleek de man daar in die tijd in Enter ingekwartierd te zijn geweest. Hij kende namen als “Koerdam” en “Schoenaker” en de” Elzen”. Zo kwam ik onder heel andere omstandigheden onze voormalige bezetter weer tegen. “