Als we vanuit Enter de Ypeloweg oprijden passeren we na zo’n 500 meter de brug over de Regge bij het erve Ter Keurst, Deze brug heet daarom ook wel de Keursbrug. Aan deze brug zit een hele historie verbonden.
Bij een bezoek aan het Rijksarchief in Zwolle vraag ik het oudste Markenboek van Enter ter inzage. Tot mijn verbazing lees ik op een van eerste pagina’s in 1660 dat “Jonker Conders gemaand wordt de brug over de Regge bij de Keurst te onderhouden”. Wat blijkt? De Enter Marke heeft in 1651 een overeenkomst gesloten met Jonker Conders dat hij “tegen het genot van Brugh, veir en weggelt”de brug bij de Keurst behoorlijk zal onderhouden.
Dus op het eind van de Tachtigjarige Oorlog was er toch al een brug over de Regge .Hier werd tol geheven met toestemming van de Provincie. Hendrik ter Keurst was de “Collecteur”. Het onderhoud gebeurde niet en de Marke Enter draaide op voor de kosten. Die kon dat ook niet meer opbrengen en al in de 17e eeuw verdween de brug. Toen stelde het Markebestuur een veerman aan die de reizigers met een bootje over moest zetten. Gedurende de gehele 18e eeuw heeft de familie Ter Keurst de veerman geleverd.
Toen na de Franse Tijd de gemeente Wierden ontstond werd die verantwoordelijk voor het doorgaande verkeer. Ter Keurst kwam in dienst bij de gemeente als veerman voor f. 60 per jaar. In 1841 wordt er een huisje gebouwd voor de veerman. Rond 1850 is de jute-industrie in Rijssen sterk in opkomst. De fabrikanten hebben behoefte aan een goede verbinding naar Borne en verder en daarvoor moet je over het grondgebied van Enter. In Enter was toen net de markedeling aan de gang en de fabrikanten proberen via de Provincie te bewerkstelliggen dat in het plan van verdeling een goede weg wordt gemaakt door het Leijerweerd naar de Regge. Ze zullen dan zelf voor een brug zorgen. De weg komt er en in 1859 wordt de brug gebouwd. Jan Prakken uit Enter die zich veel bezighield met de historie van Enter hoort in 1936 van Hendrik ter Keurst dat zijn voorouders vertelden dat een markecommissie uit Rijssen de aanvoerweg naar de botermarkt in Rijssen wou verbeteren door het aanleggen van een brug over de Regge.
De laatste brugwachter was Derk Hiltjesdam (Brug’n-Derk) hij werd ook wel “De malle bakker” genoemd. Als de schippers de brug naderden begonnen ze te toeteren. Hij had maar 1 arm en had moeite met het sluiten van de brug. Hij deed dat als volgt. Hij rende tegen het steile brugdek op klemde zich vast met zijn arm en liet zo de wet van de zwaartekracht zijn werk doen. Hij was ook zoetwater visser en verdronk op 74-jarige leeftijd bij het vissen in het Mokkelengoor. Later heeft de gemeente Wierden het onderhoud aan de brug overgenomen. De ophaalbrug is in de jaren twintig van de vorige eeuw vervangen door een vaste houten brug.
Johan Altena
Eerder gepubliceerd in de Wiezer