Gerrit Hendrik Morsink “Plas-Hendrik”, geb.1-11-1849 op het erve” De Plas” , het voormalige bouwhuis van het huis Cattelaar was een bakkersknecht die in 1873 trouwde met Johanna Schuitemaker. Zijn schoonvader Jan Hendrik Schuitemaker was eigenaar van de laatste Enterse werf de “Measters-Waarf” en woonde op het oude erve Borgerink achter de N.H. Kerk. Zij gingen inwonen bij zijn schoonouders. Naast de boerderij werd een bakkerij gebouwd die een aantal jaren later werd uitgebreid met een kruidenierswinkeltje.
Zijn vrouw Johanna Schuitemaker overlijdt op 33-jarige leeftijd. Enkele jaren later hertrouwt hij met een zuster van zijn eerste vrouw. Naast de drie kinderen uit zijn eerste huwelijk worden er nog vijf kinderen geboren waarvan Fredrik (Frits) de jongste is. Begin 1900 wordt de kneedmachine in de bakkerij uitgerust met een petroleum motor. In 1910 wordt naast de bakkerij een maalderij gebouwd die werd aangedreven door een zware motor die door “zuiggas” werd aangedreven. Intussen komt de 15-jarige Frits in de zaak.
In 1913 wordt de boerenvereniging “Enter en Omstreken” opgericht. Deze heeft slechts twee jaar bestaan. In 1920 is Frits Morsink getrouwd met Berendina Wessels. In dat jaar was Frits de initiatiefnemer van de oprichting van Coöp. Landb. Ver. Afd. Enter van de OLM .Er was inmiddels elektriciteit in Enter en Frits heeft de zaak uitgebreid en gemoderniseerd. In 1926 werden er statuten gemaakt die in de Staatscourant van 23 juni 1926 worden gepubliceerd. Hiermee was de Coöp. een rechtspersoon. De Coöperatie neemt voor f. 30.000 de zaak van Morsink over. Eerst de winkel en bakkerij, later in 1930 de maalderij . Frits Morsink wordt directeur. Naast de winkel komt een woonhuis voor de directeur. In 1932 wordt voorzichtig met textiel begonnen als dat aanslaat wordt het woonhuis van Frits daarvoor bestemd. Tegenover de Coöp. staat het huis van Weijssink ( De Bosdame) te koop en Frits koopt dit pand laat het slopen en bouwt er een nieuw woonhuis.
In dat jaar overlijdt ook zijn vader de grondlegger van de zaak.
In 1935 wordt er een vrachtwagentje gekocht waarmee de grondstoffen worden aangevoerd. Transportbedrijf Wassink in Enter die dat vervoer tot dusverre verzorgde verloor een grote klant.
In de Tweede Wereldoorlog is Frits Morsink lid van de “Trouwgroep” een Gereformeerde verzets –groep die geen gewapend verzet nastreefde. Veel onderduikers vonden een schuilplaats in de maalderij. Ook de bekende verzetsstrijder “Frits de Zwerver” ds. Slomp vond verschillende malen onderdak in Enter. Toen veel boeren uit het Enterbroek wegens “Judenhilfe” waren opgepakt heeft Frits Morsink zich erg ingezet om de boeren vrij te krijgen. Direct na de oorlog was Frits hoofd van het Burgerlijk Gezag in Enter dat daarna overgenomen werd door het Militair Gezag.
Na de oorlog ging het goed met de Coöperatie er werd voortdurend uitgebreid. Tot begin jaren zestig de schaalvergroting in de intensieve veehouderij/pluimveehouderij zich aandiende en het bulkvervoer noodzakelijk werd. De maalderij ging over in de VTL in Almelo. De winkel werd omgezet in de eerste supermarkt in Enter. Sanders en Emte werden de opvolgers.
J.G. Altena
Eerder gepubliceerd in de Wiezer