Betje is de enige dochter in het gezin Samuel geboren op 12 februari 1884. Als haar moeder in 1895 overlijdt krijgt zij al jong een huishoudelijke taak. In 1914 trouwt ze met Abraham van Hoorn en vertrekt naar ’t Zandt in Groningen waar haar man samen met zijn broers een slagerij en veehandel heeft.
Abraham van Hoorn is geboren in Bierum (Gr.) op 18 februari 1881. Twee kinderen worden er geboren: Clara op 10 april 1915 en Emanuel (Mannie) op 18 april 1918.
Abraham van Hoorn overlijdt na een ziekte op 23 juni 1919. Betje besluit met de kinderen terug te keren naar Enter. Ze gaat eerst inwonen bij haar broer Marcus. Betje overlegt met haar broer Marcus dat hij het pand Dorpsstraat 134 zal kopen en dat Betje dat dan van hem zal huren. Als de erfenis geregeld is in Groningen zal Betje het pand van hem overnemen. Verder zal haar broer Benjamin die ongehuwd is bij haar intrekken en voor het onderhoud voor haar en de kinderen zorgen in ruil voor onderdak en verzorging. In 1922 koopt Betje het pand van Marcus. Als Mannie ouder wordt brengt Benjamin hem de beginselen van de veehandel bij. Na enkele minder geslaagde transacties besluit Mannie hierin niet verder te gaan. Hij wordt bakkersknecht bij Van Nes en later bij bakker Kerkhof (Toon’n-Jan). Zijn zuster Clara is 31 mei 1937 verhuisd naar Enschede naar de Lipperkerkstraat 114 en getrouwd met De Leeuw uit Enschede.