Simon Jacobus Nathans geboren 7 februari 1880 in Assen. Hij is getrouwd met Selma Salmagne geboren 14 juni 1883 in Neuss (Dld). Selma is een zuster van de echtgenote van Marcus Samuel. Ze hebben een dochter Wilhelmina geboren 12 augustus 1907 in Dortmund en een zoon lzak Salomon geboren 6 januari 1919 in Enter. Op 19 april 1912 komen ze uit Duitsland in Enter. Ze wonen gehuurd in het pand Dorpsstraat 134. Simon begint een handel in wild en gevogelte evenals zijn zwager Marcus Samuel. Dat leidt in l9l7 tot een compagnonschap dat uitloopt op een fiasco. Simon maakt overal schulden. Hij woont in de helft van het huis van Betje van Hoorn. Maar als hij de huur niet meer betaalt aan Betje besluit ze uiteindelijk zijn faillissement aan te vragen hetgeen op 19 september 1923 wordt uitgesproken. De huur is een preferente vordering in een faillissement en uit de verkoop van de roerende goederen van Simon Nathans krijgt Betje grotendeels haar vordering vergoed.
De concurrente crediteuren vissen achter het net. Benjamin Samuel die Nathans geld heeft geleend gaat voor 260 gulden het schip in. De Gemeente-ontvanger voor f. 283,-, dokter Veldhuyzen van Zanten voor f. 100 en de bakkers B.J. Velten en A.H. Schuitemaker ook voor honderden guldens.
Nathans die in Enter de grond te heet onder de voeten wordt wijkt met zijn zoon uit naar Amsterdam. Zijn dochter is in 1922 naar familie in Dortmund vertrokken. Nathans wordt in Amsterdam door de politie aangehouden en overgebracht naar Enter waar hij in voorlopige hechtenis wordt genomen. Het failissement wordt later wegens gebrek aan baten opgeheven. Nathans verdwijnt weer naar Amsterdam waar hij een poelierszaak begint. Nog tot in de oorlog hebben gedupeerde Enternaren hem daar opgezocht om alsnog hun geld te krijgen maar hij gaf niet thuis.