Hartog Spanjar geboren in Rijssen op 12 november 1887 is de zoon van Israel Spanjar die vrachtrijder is en woont aan de Huttenwal. Harlog Spanjar leert zijn vrouw in Enter kennen. Bertha Salmagne uit Dortmund is op bezoek bij haar zuster in Enter als ze Hartog ontmoet. Op 30 augustus l97l zijn ze in Dortmund getrouwd. Hierna vestigen ze zich in Enter op huisnummer EK 1337.
In juni l9l2 vertrekken ze naar Holten waar ze een slagerij beginnen. Op 25 juni 19l2 wordt zoon lsraël Hans geboren. De slagerij loopt niet zo goed zodat ze eind 1912 weer naar Dortmund vertrekken. Op 10 december 1913 wordt dochter Hildegard Esther geboren. Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt zijn ze naar Nederland teruggegaan. Daar wordt hij gemobiliseerd en het gezin leeft in Spijkenisse.
Op 25 oktober 1916 zijn ze naar Enter verhuisd waar op 12 maart 1918 dochter Hendrina (Hennie) wordt geboren en op 24 augustus 1919 zoon Salomon (Sally). In Enter wonen ze op verschillende adressen. Eerst bij Langenhof De Pas aan de Dorpsstraat daarna ergens op de Hogebrink en hierna in het huis van Bolscher tegenover winkelier Saaltink.
In 1930 bouwen ze een huis aan de Zwiksweg 14. Een stuk grond hiervoor koopt hij van Gerrit Weissink (De Bosdame). Hartog handelt in turf en kolen en vervoert vracht met paard en wagen. Ook werkt hij wel eens in een exportslagerij in Holten. Het is geen vetpot in het gezin Spanjar. Zoon Israël die kinderverlamming heeft kost veel geld aan dokterskosten. De grootouders willen enige verlichting geven en nemen dochter Hilde in huis die van 1919 tot 1928 opgroeit in Dortmund. Grootvader Salmagne sterft in 1922 waarna Hilde bij haar grootmoeder blijft die zeer aan haar gehecht raakt. Zoon Hans leert het schoenmakersvak bij een oom in Rijssen. Hennie werkt bij Bendien in Almelo. Als Hilde in 1928 terugkomt uit Dortmund gaat ze ook bij Bendien werken. Zoon Sally gaat bij zijn vader in de zaak. Er wordt een nieuwe truck met aanhanger aangeschaft en ze leggen zich toe op het veevervoer. Zowel Hennie als Hans zijn een poos naar Amsterdam geweest om te werken. Hennie van 20 oktober 1932 tot l0 april 1933 en Hans van 26 november 1934 tot l juli 1936. Beiden woonden in Amsterdam aan de Snoekjesgracht 13.
Hilde is het leven in de grote stad inmiddels gewend en voelt zich een beetje verloren in Enter. Op 25 oktober 1933 vertrekt ze naar Amsterdam en gaat in betrekking blij een Joods-Duitse familie die een pension voor emigranten heeft aan de Sarphatistraat 65. Bij een tante van haar, de familie Nathans, die vroeger een poos in Enter hebben gewoond leert ze de Duitse vluchteling Siegfried (Frits) Silberschmidt kennen. Deze staat ingeschreven voor emigratie naar Argentinië. Na veel overleg besluit Hilde met hem mee te gaan. Omdat haar aanstaande man graag voor hun vertrek naar Argentinië wil trouwen, treden ze op 6 april 1938 in Amsterdam in het huwelijk. In mei 1938 nemen ze in Enter afscheid van haar ouders, broers en zuster en familie. Ze weet niet dat het de laatste keer zal zijn dat ze elkaar zien. In juni 1938 vertrekken ze naar Argentinië.
Dochter Hennie trouwt vlak voor de oorlog met de in Enter gelegerde militair Hartog Sjouwerman.