Op 2l augustus 1942 moet Marcus Samuël zich melden maar is verdwenen met zijn zoon Ies en diens echtgenote Lien Rosendaal en haar moeder naar de schuilplaats in het Enterbroek. De vrouw van Marcus, Gertrud Leichtentritt heeft in Wierden een schuiladres gevonden. In oktober 1942 ís ze daar gearresteerd. Op 28 oktober is ze in Westerbork aangekomen en op 30 oktober reeds op transport gesteld naar Auschwitz waar ze op 2 november is vermoord. Dochter Erna heeft in Hoogeveen ondergedoken gezeten en heeft de oorlog overleefd. Zoon Emiel zit in de buurt van Ommen ondergedoken. Als hem het bericht bereikt dat zijn vader en moeder en broer zijn opgepakt heeft hij zichzelf aangegeven. Op 25 mei 1943 komt hij in kamp Westerbork waar hij nog dezelfde dag op transport wordt gesteld naar Sobibor waar hij op 28 mei 1943 wordt vermoord, precies een week na zijn vader en broer.