In augustus 1942 wordt een onderduikadres gevonden voor Mannie bij de familie Velten (Oelenreef) aan de Hoesselderdijk. Als Benjamin bericht krijgt om zich te melden heeft hij nog geen onderduikadres en verstopt zich overdag in het oude huisje van de koster wat verderop aan de Dorpsstraat. ‘s Avonds gaat hij dan weer naar huis waar Betje nog is. Dan krijgt de politieman Haagsma een briefje in de bus dat de Beye nog in de buurt is en moet er voor de schijn een onderzoek ingesteld worden. Ze gaan naar zijn woning maar Benjamin is verdwenen. Als ze terugkomen is het al zowat donker en lopen ze bijna Benjamin tegen het lijf die van zijn schuilplaats op weg is naar huis. Benjamin gaat naar Velten en krijgt voor elkaar dat hij daar ook kan schuilen en later Betje ook. Dit onderduikadres weten maar heel weinig mensen in Enter. Drie mensen in huis verbergen, jarenlang, is een daad waar de familie een lintje voor heeft verdiend. Bij ontdekking zullen ze waarschijnlijk in een concentratiekamp terecht komen. Vooral de laatste maanden van de oorlog, bij de strijd om het Twentekanaal, wemelt het van de Duitsers in de buurt.
Gelukkig hebben ze allemaal de oorlog overleefd. De gezondheid van Betje van Hoorn is door de lange onderduikperiode ondermijnd en kort na de oorlog is ze op 26 december 1945 overleden. Mannie van Hoorn is in 1946 getrouwd met Esther (Els) van zuiden. Els is een dochter van L. van Zuiden uit Enschede die daar een boekhandel/drukkerij heeft. Mannie werkt direct na de oorlog in de bakkerij bij Velten-Bax. Hierna ging hij bij bakkerij Gerritsen in Rijssen werken tot hij vertegenwoordiger in bakkerijgrondstoffen wordt. Dit vak oefent hij uit tot zijn overlijden in 1979, hij is dan 6l jaar.
Benjamin Samuel heeft de oorlog ook overleefd en woont na de oorlog weer op het oude adres Dorpsstraat 134 samen met zijn zuster en Mannie. Op 13 maart 1950 is hij overleden op 69 jarige leeftijd.