Aan de Dorpsstraat 50 is nu slagerij Lammertink/Bolscher annex café gevestigd. De oudste bebouwing op deze plek dateert van 1812-1816.
Als in de jaren 1816 en 1817 hier in Enter de eerste kadastrale gegevens worden opgemeten staat dit perceel te boek als Sectie E nummer 814 met als eigenaar Lambertus Gaalman, geboren 20 november 1776. Hij heeft als beroep “breukmeester”. Het is de eerste dokter die zich in Enter heeft gevestigd. Hij is op 21 november 1811 gehuwd met Alydis Lookamp, een dochter van de molenaar Lookamp, die de standaardmolen op de Mors bemaalde.
In het jaar 1838 overlijdt Gaalman. Zijn vrouw die in het pand een klein winkeltje en een tapperij drijft woont er nog tot 1853. In dat jaar huurt Arend Jan Kamphuis die in 1830 in Elsen geboren is het pand. Hij is in 1853 gehuwd met Catharina Hendriksen. Als beroep heeft Arend Jan, kleermaker, winkelier en tapper. In 1858 koopt hij voor f. 600,- het pand van de erven Gaalman. Zijn eerste vrouw overlijdt al in 1866. Hij hertrouwt in 1867 met de 22-jarige Maria Mekenkamp, dochter van de kleermaker Berend Jan Mekenkamp (Poppen-Beernd). Arend Jan Kamphuis kreeg in Enter de bijnaam “Poppen- Oarnd”. In 1882 wordt hij winkelier, brood- koek- en beschuitbakker genoemd. In 1892 overlijdt Arend Jan Kamphuis en in 1900 zijn vrouw.
In het jaar 1902 wordt het pand verkocht aan Gradus Bolscher, die eigenaar was van het handkracht boterfabriekje een paar huizen verder op aan de Dorpsstraat waar later Textielhuis Velten gevestigd zou worden. In 1901 was Gradus getrouwd met Maria Lammertink uit Rectum, Gradus was toen 37 jaar en Maria 34. De tapperij bleef gehandhaafd maar het winkeltje werd opgeheven. Uit het huwelijk tussen Gradus Bolscher en Maria Lammertink werd één dochter geboren nl. Bernardina Johanna Hendrika (Hanne) geboren 2 januari 1902.
Als op 18 oktober 1928 Hanne trouwt met Gerrit Hendrik Lammertink (van Lubs uit de Waterhoek) wordt de woning vernieuwd.
Hendrik Lammertink gaat samen met G Rutenfrans (Stoffer Gerre) op zondagmiddag naar de voetbal.
Toen Hanne Bolscher in 1928 trouwde met Hendrik Lammertink wilde Hendrik een slagerij beginnen naast het cafè, dat zou blijven bestaan. Er werd een compleet nieuw woon-winkelpand gebouwd. Gradus Bolscher had nogal wat bezwaren tegen de slagerij, maar onder druk van het jonge paar werd toch een ruimte voor de slagerij gereserveerd. Op de eerste verdieping kwamen de slaapkamers. Het nieuwe pand werd ruim twee meter smaller zodat men met paard en wagen achter het pand kon komen waar het slachthuis kwam. De indeling van het nieuwe pand was als volgt: Aan de straatkant links de slagerij, daarachter een woonkeuken en een bijkeuken en een klein slaapkamertje. Naast de slagerij was het vergunninglokaal ruim zes meter lang met daarachter de biljartzaal vijf en een halve meter lang. In het midden had je een portiek die toegang gaf tot links de slagerij en rechts het cafè en middenin een gang naar de woonkeuken achter de slagerij.
Op 4 januari 1930 is Gradus Bolscher overleden en op 28 mei 1932 zijn vrouw Maria Lammertink (Keppelink). Nadien is het pand vele malen verbouwd. Hendrik Lammertink werd opgevolgd door zijn zoon Gerrit en die weer door zijn zoon Gerard.