Logement Jansen de Adelaar in 1912, de mevrouw links is niet bekend, in het midden de weduwe Jansen en rechts Jansje van Wijngaarden-Maatje |
In het begin van de negentiende eeuw is er op de plaats waar later hotel de Adelaar zou komen een logement waar Gradus Volbrink de eigenaar van was. In 1831 is Gradus Volbrink overleden en vervolgens is het pand verkocht aan Jannes van Uiterd.
Of hij ook zelf het logement heeft gerund is niet bekend. In 1853 verkoopt Jannes van Uiterd het pand aan Gerhardus Struik uit Rijssen. Gerhardus Struik is getrouwd met Geertruida Meyer, een kasteleindochter uit Delden. Ze beginnen een tapperij/logement met daarnaast een smederij, want Struik is grofsmid van beroep.
In 1871 overlijdt Gerhardus Struik. Zijn vrouw zet de zaak voort tot 1883. In dat jaar verkoopt ze de panden aan kandidaat-notaris Jan Poulie uit Wierden. Poulie verhuurt de tapperij/logement aan Jan Evert Jansen uit Meppel die gehuwd is met Rensje van Dijk. Het pand ernaast waar vroeger o.a. de smederij was wordt verhuurd aan Annette van Wijngaarden. Als zij in 1887 overlijdt komt haar neef Karel van Wijngaarden hier te wonen. Karel is net brievengaarder geworden en het hulppostkantoor van Enter wordt nu in een kamer in dit pand gevestigd. Karel van Wijngaarden is in 1891 getrouwd met Jansje Maatje die vroedvrouw was in Enter.
Omstreeks 1900 is er een nieuwe voorgevel voor het logement gekomen. Dan verschijnt in de voordeur de afbeelding van de Adelaar. In het hulppostkantoor ernaast komt in 1894 een openbare spreekcel waar je interlokale telefoongesprekken kon voeren door tussenkomst van de telefoniste. In 1907 overlijdt Jan Evert Jansen. Zijn vrouw Rensje van Dijk zet het logement voort. In 1906 is notaris Poulie overleden, zijn vrouw blijft De Adelaar verhuren aan de familie Jansen. Ook overlijdt Karel van Wijngaarden, de postkantoorhouder die naast De Adelaar woont. Hij wordt opgevolgd door zijn vrouw Jansje van Wijngaarden-Maatje.
Als de weduwe van notaris Poulie in 1916 overlijdt besluiten de erven het pand waarin de Adelaar zit te verkopen. Als koper dient zich aan Hermannus Schuurman een stalhoudersknecht uit Zwolle. Hij is getrouwd met Anna Philippi, een zuster van schoenmaker Philippi die enige jaren eerder in Enter gekomen is. Schuurman blijkt totaal ongeschikt voor het horecavak. Zijn vrouw voorkomt dat het uit de hand loopt, maar in januari 1921 wordt de Adelaar verkocht aan Johannes Smithuis uit Hengelo.
In december 1921 brandt het hotel af. Ook het naastgelegen postkantoor loopt grote waterschade op. In februari 1922 wordt door de gemeente al een plan voor nieuwbouw goedgekeurd. Op de benedenverdieping komt de gelagkamer met daarachter een biljartzaal, keuken voor het hotel en een kamer voor de familie aan de voorkant. Op de verdieping komen zes hotelkamers en een zitkamer, slaapkamer en keuken voor het gezin Smithuis.
In 1924 staat het hotel te koop. Gerrit Jan Koenderink wordt de koper. Zijn vader komt uit Enter en is van de ‘Zwen-Jans’-familie. In 1926 vraagt Gerrit Jan Koenderink een vergunning bij de provincie tot het onderhouden van een autobusdienst op marktdagen tussen Enter en Rijssen en Enter, Wierden en Almelo. In 1927 wordt de vergunning onder protest van de Spoorwegen en Hodes in Rijssen voor vijf jaar verleend. Naast de autobusdiensten verhuurt Koenderink ook een luxe auto.
Dan komt de Tweede Wereldoorlog. Alle auto’s en autobussen worden in beslag genomen. De Duitsers vestigen hun hoofdkwartier in de Adelaar. Na de oorlog zijn de boerenbruiloften op de deel van de boerderij nagenoeg afgelopen. Er komt vraag naar grotere en luxere zalen. Koenderink laat in 1952 een grote ‘ontspanningszaal’ bouwen. Dit wordt een groot succes. Veel bruiloften, dansavonden en tentoonstellingen worden er gehouden. In 1959 overlijdt Gerrit Jan. De concurrentie zit ook niet stil en ook Dreijerink en Ten Berge krijgen zalen. In 1960 wordt de zaak verbouwd. Het café komt langs de gehele voorzijde aan de Dorpsstraat. Johan ten Hove getrouwd met Jo Koenderink is inmiddels op de zaak gekomen. De biljartzaal wordt aangetrokken bij de grote zaal. In de jaren die volgen wordt de zaal niet gemoderniseerd en de activiteiten lopen hard terug. Als Johan ten Hove komt te overlijden zet Jo het cafѐ nog voort tot september 1987.
Johan Altena