Door de mechanisatie in de textielindustrie ging het textielfabriekje dat Enter sinds 1834 bezat ter ziele. Tegelijkertijd betekende dat ook het einde van de huisweverij. Verschillende steen- en pannenfabriekjes in Enter moesten sluiten wegens gebrek aan grondstof. En de laatste en misschien wel voornaamste oorzaak was de crisis in de agrarische sector. Massale invoer van goedkope landbouwproducten betekende voor veel kleine boeren een grote teruggang in hun toch al karige inkomen. Veel schippers die na het verlopen van de schipperij weer hun heil hadden gezocht in hun kleine
De verdiensten in de klompenmakerij waren echter dermate slecht dat een onderzoeker die in opdracht van de regering de Nederlandse huisvlijt onderzocht over Enter opmerkte: “In Enter verbouwde men natuurlijk zelf aardappelen en groente en sommigen hielden een varken, geit of koe, maar nochtans is het verwonderlijk dat de inwoners van dit dorp niet uitgestorven zijn”.
Vooral de concurrentie uit Belgie bracht onze klompenmakerij zware slagen toe. De mechanisatie was daar veel verder gevorderd. In de totale productie van klompen in Nederland had Enter maar een gering aandeel (3%) maar het was de massale deelname aan het productieproces in Enter die dit dorp tot een waar klompenmakersdorp maakte.
De 2e Wereldoorlog bracht een tijdelijke opleving teweeg maar na de oorlog was het snel gebeurd en hingen veel klompenmakers hun boor aan de wilgen. In 1956 zijn er nog een twaalftal bedrijfjes waar nog een hondertal Enternaren hun brood verdienen. In 1990 zijn er nog drie bedrijfjes en op dit moment zijn er nog twee bedrijfjes waarvan een zich uitsluitend toelegt op de souvenierindustrie.
En nu is Enter een…. Klik hier.