Enter werd bevrijd op maandag 8 april 1945. Het was groot feest op die dag.
De hele maand april trokken de geallieerden, Polen, Canadezen en Engelsen, met tanks en ander zwaar materieel door Enter. Op weg om het Oosten en Noorden van Nederland te bevrijden. Eind april was dat nagenoeg gebeurd maar er zaten nog ruim 100.000 Duitsers opgesloten in Noord Holland. De Duitsers hadden de Hollandse Waterlinie weer geactiveerd en gebieden onder water gezet. De dijk om de Wieringermeerpolder was door hen op twee plaatsen opgeblazen en de hele polder was ondergelopen.
Het Militaire Gezag vreesde voor een aanslag op de dijk van de N.O. Polder die net in 1939 was gedicht. Er werden vrijwilligers van de NBS gevraagd voor bewakingsdiensten van de dijk om de N.O. Polder tussen Lemmer en Urk. In Enter meldden zich 41 vrijwilligers. Op Maandagmiddag 30 april 1945 werden ze in auto’s naar Lemmer gebracht. Door talrijke Enternaren, gezinsleden en belangstellenden werden ze uitgewuifd.
In Lemmer werden ze ondergebracht in de barakken van de Zuiderzeewerken en bewapend. Er werd, met andere groepen, gepatrouilleerd langs de dijk tot halverwege Urk. De geweren werden ook wel gebruikt voor de eendenjacht. Het gebrek aan militaire ervaring en wapendiscipline leidde tot gevaarlijke situaties, vooral bij het nachtelijk wachtlopen. Hendrik Velten (Bax-hendrik), werd aangesteld als de leider van het “Enter peleton”. In een schrift moest hij de namen van de leden van het peleton opschrijven verdeeld in vier secties. De mensen met een militaire achtergrond werden verdeeld over de secties en vormden het kader.
Sectie 1 en 2
- Velten, J.Rosman, J. Oost, J.H. ten Brinke, Eelderink, J. Homan, H. Slothouber, Schutte, D. ter Hofsté, H. Schuitemaker, Schellevis, G. Wolters, F. Pots, G.J. v.d. Burg, M. Homan, W. ten berge, Gr. Schuitemaker, R. Veldhuyzen van Zanten. (Rob werd op 12 mei doodziek thuis gebracht)
Sectie3 en 4
- ten Brinke, W. ter Stege, G. Schuitemaker, H. Kamphof, M. Pluimers, Joh. Schuitemaker, H. ten Brinke, B. v.d. Steeg, H. Morsink, W. Velten, H. Leussink, A. Schuitemaker, D. ter Harmsel, H. Brunnekreef, P. Hol, M. ten Brinke, J.H. Eertink, J. Hagedoorn, A. de Vries, A. de Knegt, J. Brunnekreef
Hendrik Velten hield in het schrift de lijsten bij van het appel dat iedere dag gehouden werd. Het laatste appel werd gehouden op 14 mei. Ook de uitgaven van het peleton werden in het schrift bijgehouden. Regelmatig reed een auto uit Enter naar Lemmer om post weg te brengen en op te halen. Iedere keer een avontuurlijke tocht met lekke banden, gevaarlijke bruggen, hoog water etc.
Op een gegeven moment moest Hendrik Velten met J. Oost op de motor met zijspan naar Urk. Er was nog geen weg en langs de schuine kant van de dijk met basaltkeien ging het richting Urk. En jawel, halverwege over de kop met de motor. Hendrik een flinke glip in de kin die in Urk door een dokter met een paar krammen gehecht werd. De Duitsers hadden inmiddels de totale overgave van Nederland getekend en in de tweede helft van mei gingen de jongens terug naar Enter.
Johan Altena
Eerder verschenen in de Wiezer 2019 nr 4