Van Conrading tot Deks 1475-1971

Van Conrading tot Deks 1475-1971

In een ander artikel hebben we uit de doeken gedaan hoe de geschiedenis van het erve Dekkers (Deks) eruit zag, het woonhuis van de familie  Koenderink. In dit artikel beschrijven we waar het oude erve Koenderink (toentertijd Conrading) lag en hoe nazaten van de bewoners op het erve Dekkers terechtkwamen.

In 1475 was hier de Bisschop van Utrecht, David van Bourgondië, de baas, zowel op wereldlijk als op geestelijk gebied. Maar hij had grote moeite om zijn grondgebied en onderdanen te beschermen.

Hertog Karel van Gelre waarmee de Bisschop van Utrecht in vrijwel voortdurende staat van oorlog verkeerde pleegde voortdurend invallen in Twente waarvan de bevolking zeer te lijden had. Iedere keer moest de Bisschop legers formeren om de Gelderse troepen weer te verdrijven. Dit kostte handen vol geld en verschillende keren moest hij geld lenen van de steden  Zwolle, Kampen of Deventer. In het jaar 1475 drongen de steden erg aan op de aflossing.

Om de leningen te kunnen aflossen legde hij een bijzondere schatting op aan de Twentse ingezetenen. Ieder volgewaard erve moest 2 oude schilden (is  drie gouden Rijnsche guldens) betalen, een katerstede de helft.

Het is in dit register dat we voor het eerst het erve Koenderink tegenkomen onder de naam Conrading. Het is een volgewaard erve want ze betalen 3  gouden Rijnsche guldens als schatting. Waar lag dit erve Conrading. Uit later tijden als er nieuwe woningen op die plek gebouwd worden wordt er bij vermeld “op Koenderink” Waar later de huizen van Velten Baks t/m  Rutenfrans stonden lag eertijds het Conrading.

De buurman van Conrading in 1475 is Het Duvelshus waar later de familie Hagemans zou wonen. Met deze familie zouden de Koenderinks nog heel wat te  stellen krijgen.

In de jaren 1495 en 1499 worden er weer schattingen geheven waarbij het Conrading beide keren genoemd wordt. Voor het volgende levensteken moeten we wachten tot het jaar 1601. De Bisschop van Utrecht is hier dan inmiddels geen landheer meer. Hij had in 1528 het gezag overgedragen aan Keizer Karel de V, In de praktijk voerden Ridderschap en Steden van Overijssel  vanaf toen hier het gezag bijgestaan door Drosten. Met de zoon van Karel de V, Philips de II  koning van Spanje ontstond in 1568 een Godsdienstoorlog, De Opstand of populair de Tachtigjarige Oorlog geheten. In 1601 zaten we daar dus middenin.

De Staten van Overijssel waren ook in opstand gekomen tegen de koning van Spanje en hadden zich samen met de andere gewesten verenigd in De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Overijssel moest ook regelmatig bijdragen in de oorlogskosten. Ook in 1601 wordt weer een bijdrage gevraagd van Overijssel die om dit op te kunnen brengen een speciale belasting de  zgn. Verponding invoeren. Van ieder erve moeten de Richters het grondbezit opgeven. Van ieder mudde land (o.53 HA) moet 15 stuivers betaald worden. De medewerking van de Richters is erg slecht en de uiteindelijke opgaven van het grondbezit zullen vrijwel zeker te laag zijn geweest. Hoe het ook zij het erve vinden we nu onder de naam Henrick Coenerinck met 9 mudde landes en behoort daarmee tot de grootste van Enter. In 1602 wordt er weer een verponding geheven waarbij nu bij Coenerinck wordt vermeld 9 mudde landes daarvan 2 1/2 mudde landes woeste. Als buurman treffen we nu aan Berent Hageman, 2 ½ mudde landes.

In de Munsterse oorlogen omstreeks 1660 en 1670 bezet Bisschop Bernard van Galen van Munster heel Twente. Veel Enternaren worden gedwongen goederen en troepen te vervoeren. Jan Coenderink moet samen met Jan ter Eese met een paard 5 dagen naar Enschede voor het vervoer van goederen. Tonnis Coenderink die schipper was moet met zijn schuit zaken vervoeren van Zwolle naar de Oosterdorper watermolen bij Haaksbergen. Jan Coenderink moet later nog eens 7 dagen op pad waarbij zijn wagen in beslag wordt genomen die hij dan voor F. 15,- moet terugkopen.

In het markeboek van Enter staat op 21 april 1676  “Jan Coenderinck den Wilden door de gesworenen aen te seggen den graven bij sijn huys weder in te smijten en te laten in postuur als voor desen”. Jan was blijkbaar illegaal aan het graven geweest.

Het vuurstedenregister van 1682 vermeldt: Coendernick Wilde, hij woont naast de schoolmeester achter de later gebouwde Ned. Herv. Kerk. Het register vermeldt verder Tonnis Coenderinck naast Hageman en Jan Coenderinck ergens in de Bullenaarshoek. De laatste twee Coenderinks hebben er de aantekening by staan “pauper”dus zeer arm.

Het erve Coenderinck is blijkbaar tussen 1602 en 1676 versplintert. Overigens was het in 1601 ook al een pachterve zoals de meeste erven toen. De rampzalige plunderingen in de Tachtigjarige oorlog, vooral tussen 1580 en 1584 (in het markeboek van Elsen genoemd de periode van de grote invallen van ruyteren en knegten) hadden veel boeren in armoede doen geraken waardoor de meeste erven in handen kwamen van de Adel of rijke lieden uit de grote steden Kampen, Zwolle of Deventer.

Nu ontstaat ook de warrige situatie dat de waarrechten die op alle gewaarde erven rustten in handen zijn van mensen die vaak de grond etc. die bij het erve horen doorverkocht hebben en alleen het recht van ware houden. Ze hebben dus geen relatie meer met de mensen die nu wonen op de grond waaraan het waarrecht ontleend is. Later wordt dit verboden. Zo komen dus mensen op de markevergaderingen die in het bezit zijn van het waarrecht op het erve Coenderink terwijl het erve zelf al lang verdwenen is en op die plaats inmiddels drie andere huizen staan die niets hebben uit te staan met degene die het waarrecht in bezit heeft. Als eigenaar van een volle waar was je wel medeeigenaar van ca. 1000 bunder onverdeelde markegrond en je had stemrecht in alle markezaken.

Op de markevergadering van 4 juni 1691 is ene Dr. Tobias aanwezig die in het bezit is van het recht van ware op Coenderink.

Het vuurstedenregister van het jaar 1706 vermeldt Derk Koenderink ergens in de bullenaarshoek, Tonnis Koenderink naast Hageman en nog een Derk  Coenderink daar weer naast. Deze laatste twee Koenderinks wonen dus op de oude plaats van het erve Koenderink.

Het wordt nu zo langzamerhand tijd om ons weer te bepalen tot de Koenderinks die uiteindelijk terechtkomen op het erve Dekkers. Om aan de hand van registers zoals vuurstedenregisters etc. vast te stellen hoeveel Koenderinks er nou precies waren is niet mogelijk. De uitgangspunten bij de verschillende belastingheffingen waren zo verschillend. De ene keer staan alleen de hoofden van de gezinnen vermeldt, de andere keer de eigenaren van het pand, nooit de kinderen. Dus de registers geven geen goed beeld maar omdat er in vroege tijden niets anders is moeten we het ermee  doen. Alleen de latere volkstellingen zijn veel betere bronnen.

Begin 1700 trouwt Jan Coenderink met Fenne Smeenk. Als kinderen worden geboren Jan op 29 april 1708, nog een Jan op 27 september 1711, Jannes op 14 januari 1714 en Zwenneken op 3 mei 1716.

In het verpondingsregister van 1723 staan naast Hageman drie Coenderinks geregistreert n.l.Hendrik, Jan en Derk op de oude Coenderinkplaatse. Alle  drie met een gering grondbezit. Onze Jannes Coenderink van 14 januari 1714 is dus geboren in het middelste huis.

De kwestie Hagemans
Het Hagemans erve of ook wel Duvelshus vroeger genaamd lag naast het oude Coenderinkserve. De eigenaar van Hageman was in financiele moeilijkheden geraakt en had belastingschulden gekregen. Op 29 augustus 1738 werd het erve op een publieke veiling in Almelo verkocht. De  nieuwe eigenaars werden Klaas Kemna uit Rijssen samen met Derk Gerritsz. De Wilde een herbergier uit Enter wonend recht tegenover de Herv. Kerk. Direct na de verkoop  worden de nieuwe eigenaren bedreigd door de Hagemans. De Hagemans hadden hun intrek moeten nemen in hut van stroo. Er werd geprobeerd het huis van Derk de Wilde in brand te steken. Enige dagen later brengt Jan Hageman zijn jongste dochter te paard naar Zwolle om haar daar op de boot te zetten naar Amsterdam om daar te dienen.’s Avonds in Zwolle trof Hageman in de herberg van Hoffhuys enige Enterse schippers waaronder onze Jannes Coenderink van 1714. Hagemans dreigt en druist tegen de Enterse gemeenschap. Als hij het erve niet terug soude krijgen hij in Enter niet sterven soude”. En er gebeuren erge dingen. Hendrik Koenderinks huis zijn vroegere naaste buurman gaat in vlammen op.  Niemand heeft echte bewijzen maar iedereen denkt aan de Hagemans en is doodsbang. Timmerjans huis brandt af nadat een zoon van Timmerjan ruzie heeft gehad met de zoon van Hageman. Als er even later kermis is in Enter is ook Jannes Coenderink aanwezig in de herberg van Derk de Wilde met andere Enternaren om een glas wijn te drinken. In de herberg zijn ook de dochters van Hageman aanwezig die geen geld hebben om wijn te kopen. Dat zint hen niet en ze willen getracteerd worden door Jannes Coenderink die hier niet op ingaat. Als het feest is afgelopen zeggen de dochters Hageman tegen andere aanwezigen dat ze Jannes Coenderink “wel een stockjen sullen steken”Met andere woorden ze willen brand stichten. ’s Nachts brandt het ouderlijk huis van Jannes Coenderink af. Er volgen nog meer huizen. Ook het huis van Derk Coenderink verbrandt. Ten einde  raad wordt de Drost van Twente verzocht in te grijpen en de Hagemans vast te zetten. Na een uitgebreid onderzoek ingesteld te hebben waaruit we deze gegevens putten zijn de Hagemans in het tuchthuis in Zwolle beland waar de meesten zijn gestorven. Wel moest Enter voor de kosten opdragen want op staatskosten in de gevangenis was er toen niet bij.  Er was geen politie die je even kon waarschuwen, de mensen waren veel meer op  zich zelf aangewezen.

Inmiddels is het 1742 en Jannes Koenderink is in het huwelijk getreden met Jenneken Jacobsen (geboren 30 juni 1715) en gaat inwonen bij zijn schoonouders Jan Jacobsen en Aelken Hofstede. Dit huis stond op de plaats waar in onze tijd Koenderink of Zwenne-Jan woonde. De Jacobsen werden ook wel Zwenne genoemd waarbij we meteen een verklaring hebben waar de latere bijnaam die Koenderink had vandaan kwam.

Het huis van Jan Jacobs
Het huis waar Jannes Coenderink introuwde was geen gewoon huis maar tevens een herberg die er in ieder geval al in 1675 was want dan wordt de Weerdt (herbergier) Jan Jacobs vermeld. Het vuurstedenregister van 1675 geeft twee vuursteden en een panoven . Ook de vergaderingen van het markebestuur werden in het logement van Jan Jacobs gehouden. Aan het huis was een brouwhuisje gebouwd met brouwketels waar het eigen bier voor de herberg gebrouwd werd. In 1704 nadat Jan Jacobs  is overleden neemt Gerrit Jacobs de herberg over. In het jaar 1724 overkomt Enter een ramp. In januari van dat jaar branden maar liefst 47 huizen en schuren af waaronder de herberg van Gerrit Jacobs en de kerktoren.  Verzekeringen waren er nog nog niet en veel mensen zijn aan de bedelstaf geraakt. Er is veel gecollecteerd door het hele land maar later lezen we dat de gedupeerde mensen ongeveer 10% van de geleden schade vergoed  hebben gekregen. Twee maanden na de brand wordt er al een hypotheek van f. 1200,- opgenomen waarschijnlijk voor de herbouw van het huis maar het is geen herberg meer geworden.Later komt Jan Jacobs er te wonen. Als Jannes Koenderink in 1742 komt inwonen in huize Jacobs wordt er een acte opgemaakt waaruit blijkt dat aan de jonge luiden het huis en grond worden overgedragen onder de voorwaarde waar ook de andere kinderen Jacobs mee akkoord gaan dat Jannes Koenderink alle boedelschulden overneemt en zijn schoonouders hun leven lang zal onderhouden. Ook een hypotheek van f. 1500,- die op de boedel rust neemt hij over.

De boedel wordt als volgt omschreven:
“Huys en hoff tegens de Kerke tot  Enter gelegen, een hooy Maete van Vijf daghwerck an de Beeke naast Roeters Mathe, de paay ackers van twee mudde gesay, het stuk achter den Hamberg voor ’t Kerkvonder groot een mudde, voorts den legen en hogen Camp van twee mudden gesay, den Bergh Akker zes schepel gesay, als ook den Thy Akker een half mudde gesay.”

Uit het huwelijk van Jannes Coenderink en Jenneken Jacobsen worden de volgende kinderen geboren:

  • Janna        op 5 april 1743
  • Jan          op 28 september 1746 (trouwt met Jenneken Albersen Peddemors in 1776)
  • Jannes     op 24 november 1748
  • Jenneken op 4 november 1750
  • Jannes     op 29 oktober 1752
  • Aaltje       op 1 juni 1755 (trouwt met Hendrik Jansen ter Weele)
  • Jannes     op 17 juli 1757
  •  

De volkstelling van 1748
Deze volkstelling geeft een compleet beeld van de bevolking in Enter op dat moment.De aanwezige Koenderinks zijn:

Het Catersteetjen Coenderink
Oude man Henderick Coenderink
Jonge man Jan ter Weele en vrouw Gerrittien Coenderink
Kinderen van de jonge luiden
Jenneken en Geesken onder de tien jaar
Een verstorven jongen uit barmhartigheid ingenomen.
(dit huis staat op de oude coenderinkplaatse)     

Nog een woninghe op Coenderink
Jan Coenderink en Fenneken Smeenk
Jonge man Jan Coendeink en Hinderiene Grevink
Kinderen van de jonge luiden
Henderick, Joost, Jan en Jannes
De jonge man Jan Coenderink is schipper; dit huis staat ook op de oude Coenderinkplaatse

Het huys van Jan Jacobsen
Jan Jacobsen en Aelken Hofstede
Jonge luiden Jannes Coenderink en Jenneken Jacobs
Kinderen onder de tien jaar Jan en Janna
(Jannes Coenderink is schipper); dit huis staat op de plaats van Zwenne-Jan)

Huysien van Arent Koenderink
Arent Koenderink en Berendina Hiltjesdam
1 kind onder de tien jaar Derk
1 costganger Vrerik Koenderink
Arent was schipper en had in 1769 twee schuiten in de vaart; dit huis staat in de buurt waar Mennegat nu woont

Hutien van Engbert Koenderink
Engbert Koenderink en vrouw Geesken Koersen Velner
Kinderen onder de tien jaar
Maria, Gerritdina en Jenneken.
Het is niet te traceren waar dit huis stond

Op 15 mei 1770 neemt Jannes Koenderink een hypotheek op het goed Jacobs.

Zijn zoon Jan trouwt op 14 juli 1776 met J(F)enneken Aalbersen Peddemors uit Ypelo. Jan gaat bij zijn ouders inwonen op Zwenne-Jan. Kinderen, die uit  dit huwelijk geboren worden zijn:
Albert op 31 augstus 1791 (gaat in 1822 op Dekkers wonen na zijn huwelijk met Hendrika ter Steege.)
Ze hebben meer kinderen gehad maar ik heb het geboorteregister uit die tijd niet.

De Franse Tijd
In de winter van 1794/1795 vielen de Fransen ons land  binnen om ook hier de lang verwachte revolutie te brengen. Op veel plaatsen werden ze als bevrijders ontvangen speciaal door de aanhangers van de Patriottenpartij die smachten naar het einde van het feodale tijdperk. In Enter schijnt ook een zgn vrijheidsboom opgericht te zijn waar omheen gedanst werd ter ere van de bevrijding Die bevrijdingsgedachte is overigens niet zo lang gebleven!. Toen de Franse troepen ons  gewest bereikt hadden werden de Enterse schippers weer massaal ingezet voor allerlei vervoer van goederen en krijgsgevangenen van Zwolle naar Almelo. Omdat ze op deze reizen altijd de tol bij Schuilenburch moesten  passeren werden alle namen van de schippers genoteerd. We komen maar èèn Koenderink tegen n.l. Jan die op 16 april 1795, 1 mei, 20 mei en 29 mei 1795 respectievelijk met brood, hooi, haver en brood richting Almelo vaart.Welke Koenderink dit precies is geweest kunnen we nagaan als we de volkstelling raadplegen die in oktober 1795 gehouden werd.

Volkstelling 1795
Als Koenderinks komen we tegen:

  • De weduwe Jan Coenderink, Fenneken Peddemors, bouwster, 5 personen (Jan Coenderink die op Zwenne-Jan woonde was dus al overleden en zijn weduwe woonde er nog totaal 5 personen)
  • Derk Koenderink, dagwerker, drie personen. (deze woonde in een pand achter de latere woning van Prakken op de  Brandput)
  • Jan Koenderink, schipper, 5  personen. (wegens afwezigheid van het hoofd van het gezin verstrekte zijn vrouw Geesken Volbrink de  gegevens, ze woonden ongeveer waar nu Puppels woont in het zuideinde. Jan was met een dochter van schipper Volbrink getrouwt)
  • Jan Koenderink, dagwerker, 5 personen (getrouwt met Geesken Lubbers, ze woonden achter de Herv.Kerk)
  • Derk Koenderink, weever, 3 personen (deze woonde nog op de oude Coenderinksplaatse bij Veltenbaks)

Er is dus nog maar een gezin Koenderink waarvan het gezinshoofd schipper is. Maar er zullen ongetwijfeld nog zonen zijn geweest uit andere  gezinnen die ook schipper waren.

De rundveetelling van 1800 vermeldt tweemaal een Jan Koenderink met èèn koe.

Omdat we weten dat de zoon van Jan Koenderink die op Zwenne-Jan woonde n.l. Albert die in 1791 was geboren later op Dekkers is gaan wonen gaan we niet meer de andere Koenderinks volgen in de negentiende eeuw.

Dan volgen nog wat losse gegevens:
In 1820 wordt een Jan Arendsz. Koenderink met een stel andere Enterse schippers door de rechtbank in Almelo veroordeeld tot f. 200,- boete omdat het last- of tonnengeld van hun schuiten niet betaald is. Iedere schipper moest voor 1 juli van ieder  jaar zijn verschuldigde last- of tonnengeld betalen. De Enterse schuiten waren toen meestal 2 ½ last of zeven tonnen groot.

Op 24 maart 1831 wordt door de rechtbank in Almelo veroordeeld Berendina Krommendijk vrouw van Jan Koenderink tot 14 dagen gevangenisstraf. Ze had 21 halve stukken linnen garen gestolen uit het huis van Derk Muller schipper te Enter.

Op 1 maart 1855 koopt Gr. Struik, huis erf en goed Koenderink en wordt herbergier en logementhouder wat de voorganger van hotel De Adelaar zou  worden.

Toen in 1832 het Kadaster werd ingesteld werden alle eigenaren van huizen en grond te boek gesteld. Wat betreft de Koenderinks vonden we het  volgende:

Artikel 471  De weduwe Jan Koenderink, landb. Geboren Fenneken Peddemors
Sectie E nr. 474, bouwland 18 are en 20 ca.
E nr. 594, bouwland 22 are en 20 ca.
E nr. 596, bouwland 18 are en 50 ca.
E nr. 821, huis en erf 3 are en 30 ca.
De kadastrale kaart toont E. 821 op de plaats van Zwenne-Jan. Het meeste land dat er in 1742 nog bij was is dan blijkbaar al onder de kinderen verdeeld

Artikel 472  Jan Koenderink, schipper
Sectie E nr. 1087 bouwland 8 are
E nr. 1088 huis en erf 99 ca.
Dit huis stond in het zuideinde ongeveer waar nu Puppels woont.

Artikel 472 a Hendrikus Koenderink, bakker
Sectie E nr. 744 bouwland 16 are en 90 ca.
Geen huis als eigendom vermeldt, dus woonde hij gehuurd ergens.

Artikel 473  De erven Jan Koenderink
Sectie E nr. 693, bouwland 27 are en 90 ca.
Dit is iets uit een onverdeelde boedel.

Artikel 474  De erven Dirk Koenderink
Sectie E 788 , huis 80 ca.
E 789 , huis en erf 1 are en 38 ca.
Deze huizen stonden aan de dicht op elkaar gepakte huizen aan de Oude Schoolstraat

Artikel 475  Jannes Koenderink, landbouwer
Sectie E nr. 793, huis 90 ca.
Dit huis staat ook in de buurt van de Oude Schoolstraat.

Toen de huisnummers in 1811 toegekend werden vinden we:
Op nummer 21 Gerrit Koenderink; ongeveer op de plaats waar Mennegat woont aan de Dorpsstraat
Op nummer 66   Wed. J. Koenderink; op de plaats van Zwenne –Jan
Op nummer 87   Derk Koenderink; op de Brandput
Op nummer 96   Arend Koenderink; ook in de buurt van de Brandput
Op nummer 130  J. Koenderink; in zuideinde waar nu Puppels woont.

Recapitulatie:
De oorspronkelijke plaats van het oude erve Coenderink (Conrading 1475) was dus waar later Velten Baks woonde tot en met Rutenfrans
Hier hebben altijd Koenderinks gewoond met misschien kleine tussenpozen,  De laatste was Gerrit Koenderink van Hotel de Adelaar.
Van hieruit is een Koenderink getrouwd naar het huis van Jan Jacobsen of Zwenne–Jan, een herberg die al in 1660 bestond
Van hieruit is een Koenderink getrouwd naar het erve Deks waar ze nu nog wonen.

Andere verhalen

Betje Samuel (De Bette)
Levy Samuel (de June)
Marcus Samuël (De Marre)
De Joodse gemeenschap in Enter: Benjamin Samuel (de Beye)
De Joodse gemeenschap in Enter: Aron Samuel (Sam)
De Joodse gemeenschap in Enter: de familie Samuel
Hallehuizen in Enter
Kerkelijke geschiedenis van Enter
De ontwikkeling van Enter en de Enter es
Het Leyerweerd
Het herenhuis Kattelaar
De Molens van Enter
Het Exo een historische plek in Enter
Het  Enterveen voor 100 jaar.
Schilder Wedda uit Enter werd geboren op de gasbel van Slochteren
2e Wereldoorlog voorkwam drooglegging Mokkelengoor
Studiegroep “De Apenberg” van de TH-Delft maakte in 1952 uitbreidingsplan voor Enter
Onderduiken in Enter in de Tweede Wereldoorlog
De komst van straatverlichting en elektriciteitsbedrijf in Enter
Onderzoek erf- en grondnamen in Enter
De molenaarsfamilie Dissel in Enter
Enterse Zompen bij de Oosterhof in Rijssen
Velten of Broeze: een ingewikkelde connectie in Enter
Graanelevator voor de Coöperatie
Vakbeweging Enter vernietigt haar archieven tijdens WO2
Uitvinding van Morsink: Legnesten!
Dirk Getkate leraar aan de Klompenmakersvakschool
Gezin uit ontruimd Arnhem vond onderdak in Enter
Enternaren werkten als dwangarbeider in munitiefabriek Strausberg
Plattegrond van Enter in het begin van de jaren zestig
Het Erve Berends
50 jaar bevrijding Enter
De geschiedenis van het herenhuis Berghorst in Enter
Vriejn in ’n Bulnershook
Een Enterse jongen in oorlogstijd
Een bruiloft op het Leyerweerd in de 19e eeuw
De Twentse Hoeve in Enter van Boerderij-Eethuis tot restaurant met Michelinster
Het oale geet hen, het nieje kump an
Hoe behouden we het restant van de historische Enter es
Witte Hoes en Hotel Rijsserberg in Het Hollands Schwarzwald
Leden van de Enterse N.B.S bewaakten deel van de dijk Noordoost-polder in 1945
Een eeuw geleden gingen de laatste Enternaren naar Holland om gras te maaien
Enternaren in de mobilisatietijd (1914 -1918)
Ophalen huisvuil en hygiëne in Enter
De verdwenen kleine middenstand in Enter
De historie van de katholieke kerk in Enter
De kwestie Eerdmans, de Botterheer
De boerderij ‘De Jêênte’ in Enter
Verkeersexamen in 1954 School met de Bijbel Enter
Zandstrooien
Spinnen
Midwinterhoorn maken
Kantklossen in Enter
Enter 802
De klompenmakerij van Helmes-Jans
Eanter hef un zwembad! (juli 1936)
Vertelsel van vraoger
Het leven van Arend Jan Leestemaker
Honderd jaar telefoon in Enter
Sunt-Jaopik
Overval op de Boerenleenbank Rectum-Ypelo
Rijssense strijd tegen dansvermaak uit Enter
In het ‘Mengat’ in Enter
Het Verzet
De Oorlogsjaren
Het Onderwijs in Enter
De bevolking van Enter in 1880
Ganzen en katoentjes
De reis van ‘Klitsen-Jan Wilm’ naar de Holland Fair in Amerika
De eerste autobusdiensten in Enter
Het ontstaan van boekhandel Waanders
Klompenmaken in Enter
Europese Promotiedagen Handmatig Klompen maken
Van Bakkersknecht tot klompenmaker
Dijken en stegen in Enter
40-jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina in 1938
De geschiedenis van de Coöperatieve Landbouwvereniging in Enter
De Keurstbrug over de Regge in Enter
Meetbrieven, lastgelden en patentrechten
BEVRIJDING VAN ENTER (6)
BEVRIJDING VAN ENTER (5)
BEVRIJDING VAN ENTER (4)
BEVRIJDING VAN ENTER (3)
BEVRIJDING VAN ENTER (2)
BEVRIJDING VAN ENTER (1)
De geschiedenis van de begraafplaatsen in Enter
De aanleg van harde wegen in en om Enter
Jais-Hin’n
De Oale Uup’n
Het maritiem vakantieverleden van dokter Veldhuyzen van Zanten
Verdeling marke Enter in tapperij de Halve Maan
Een klompenschipper uit Enter
Van Langenhof tot Wooltershoes
Hotel De Adelaar, opkomst en ondergang
Van schippersdochter tot kasteelvrouwe
Het uitgaansleven in Enter in vroeger tijden
Het Pluimershuis
Bijnamen
De geschiedenis van het dorp Enter
Forensendorp
Klompen maken
Ganzenhandel met Duitsland en Engeland
Scheepvaart en de Enterse zompen
Bevolkingsgroei en het Markestelsel
De Munsterse oorlogen
Hervorming en opstand
Rohaan
Kattelaar
Het Leijerweerd
Geschiedenis van het erve Borgerink
Van Conrading tot Deks 1475-1971
Het erve Dekkers van 1601 tot 1971
Het pand Bolscher
Oude Katholieke kapel
Neringdoenden in Enter anno 1880
De eerste garage
Oude erven
Enterse adel
Naam en ouderdom Enter
Scroll naar boven