Op de plaats waar nu Emte supermarkt staat stonden vroeger drie oude boerderijen. De meest zuidelijke boerderij stond naast de smederij van Ruenfrans (Stoffer) en werd het “Wooltershoes” genoemd. Er woonde en familie Nijenhuis (Binnengaaits-Herman) en daarvoor een familie Ter Denge die ook wel “Woolters” genoemd werd. Waar die bijnaam vandaan kwam wist niemand.
Jan Prakken, zoon van het voormalig hoofd van de O.L. School in Enter, heeft reeds in de jaren dertig van de vorige eeuw veel onderzoek gedaan naar de historie van Enter. Jan heeft in die tijd een bezoek gebracht aan de familie Ter Denge. Hij krijgt daar enige oude trouwakten te zien die al enkele eeuwen in de boerderij aanwezig zijn. Vooral de trouwakte uit het jaar 1703 is van belang.
In dat jaar trouwt Griete Wolters, weduwe van Derck Wolters, met Derck Luicksen Lubbers en hij gaat inwonen bij de bruid op de Langenhof. Derck Lubbers zal bij zijn huwelijk inbrengen “eene nije schuyte met haar toebehoor ende eene goede koe”. Drie dingen zijn nu duidelijk: Eѐn, we hebben hier te maken met de oeroude boerderij De Langenhof die al in 1381 genoemd wordt in de registers van de Bisschop van Utrecht. Twee, voor 1703 woonde er een familie Wolters en drie er komt een schipper inwonen op de Langenhof. Dit blijkt ook duidelijk uit een acte uit 1721 waarin de toenmalige eigenaresse Agnes Pinninck weduwe douariѐre van Harincksma de landerijen van de Langenhof voor vier jaren verpacht. Derck Lubbers huurt het huis en wat land voor f. 20,- en de andere landerijen worden aan maar liefst 19 andere mensen verhuurd.
Midden in de Tachtigjarige Oolog in 1601 waren veel boerderijen vanwege de oorlogsomstandigheden verlaten. Ook in Enter. In een grondbelastingregister uit dat jaar vinden we aangetekend: “Wolters gekommen op ein woeste erve”. De familie Wolters is dus toen gekomen als pachter op het verlaten erve De Langenhof. In de late Middeleeuwen had de Bisschop van Utrecht veel boerderijen in bezit in Twente. Deze boerderijen werden vaak “in leen” gegeven aan riddergeslachten in ruil van militaire bijstand aan de Bisschop. Ook De Langenhof is zo’n leengoed. In 1381 is ridder Gerrit van Bevervoorde leenman. In de loop van vier eeuwen heeft de Langenhof veel adellijke families als eigenaar gehad. We zullen ze hier niet noemen. Vanaf 1703 zijn de pachters bekend. In het spraakgebruik in Enter en ook de pachters zelf haspelen de namen Wolters, Lubbers en Langenhof door elkaar. Het is een heel gedoe om via de kerkelijke geboorte- en huwelijksregisters de juiste personen te volgen.
Omstreeks 1800 koopt de familie Lubbers die al sinds 1703 de Langenhof pacht de boerderij van de familie Jalink uit Goor. In 1804 trouwt trouwt Gerrit Lubbers met Zwane Langenhof. In 1825 wordt de dochter Egberdina geboren. In 1837 overlijdt Gerrit Lubbers en Egberdina dan 12 jaar oud, blijft achter op de boerderij met haar 52 jarige moeder. In 1862 is Egberdina 37 jaar en trouwt dan met de 24 jarige knecht Hendrik ter Denge. Hij gaat inwonen bij zijn vrouw en schoonmoeder op de Langenhof die dan in Enter het “Wooltershoes” wordt genoemd. De boerderij stond zo’n 50 meter verder terug t.o.v. van de andere naastliggende boerderijen aan de zgn. “Woolterssteeg”.
De vader van Hendrik ter Denge, Johann Bernard ter Denge was in 1837 als lidmaat ingeschreven bij de Ned. Herv. Kerk “komende uit Gronau”. De familie ter Denge is afkomstig van het oude erve Ter Dinghe net over de grens bij Overdinkel en viel kerkelijk onder Gronau. In de familie zingt nu het verhaal nog rond dat Johann ter Denge gedeserteerd was uit het Pruisiche leger en naar Nederland gevlucht was. Toen Johann in 1837 trouwde met Gerritdina Pouwel uit Enter werd zoals gewoonlijk onderzocht of er nog verplichtingen op hem rustten t.a.v. de Nationale Militie. De gouverneur van Overijssel schrijft daarover “Gelet op een mede ten requeste overgelegd certificaat, strekkende ten bewijze dat de requestrant in zijn geboorteland aan zijne militaire verplichtingen ten vollen heeft voldaan en aldaar eerst in 1833 uit de dienst is ontslagen. Overwegende alzoo dat voldoende gebleken is dat de requestrant tijdens zijn ontslag uit de Militaire dienst in zijn geboorteland reeds verre boven de jaren was van verplichtingen tot de Nationale Militie in dit Rijk”
Niks deserteur dus. Hij is gewoon in dienst geweest in Pruisen.
In 1882 wordt de boerderij herbouwd en komt nu direct aan de latere Dorpsstraat naast de drie andere boerderijen ter plekke. De zoon Gerrit die in 1868 geboren is trouwt in 1892 met Aaltje ter Weele. Gerrit ter Denge (Woolters-Gaait) kon prachtig vertellen ovwer de 19e eeuw. De zoon Hendrikus werd de laatste Ter Denge die woonde in het “Wooltershoes”. Toen hij in 1932 trouwde met Maartje Spui lieten ze een nieuwe boerderij bouwen aan de Eversdijk. De laatste bewoner van het “Wooltershoes” werd Herman Nijenhuis (Binnengaaits-Herman” tot de boerderij in 1965 moest wijken voor de bouw van de supermarkt van de Cöoperatie.
J.G. Altena
Eerder gepubliceerd inde Wiezer van woensdag 4 juni.